
Minder examenstress? Neem een dyslexieverklaring
Geplaatst op 19 juni 2018
In het onderzoeksprogramma RAMBAM werd in februari 2016 een uitzending gewijd aan (het verkrijgen van) dyslexieverklaringen. Hieruit kwam naar voren dat het wel heel gemakkelijk is om een dyslexieverklaring te verkrijgen. Je zorgt ervoor dat je tijdens het onderzoek veel lees- en spelfouten maakt en leest extra langzaam.
Vervolgens krijg je een dyslexieverklaring waardoor je extra examentijd krijgt en spellingfouten minder zwaar meetellen. Dat zou iedereen wel willen, toch?
Reden voor de UvA om een onderzoek te starten
Is het echt zo gemakkelijk om een dyslexieverklaring te verkrijgen? Voor het onderzoek zijn 28 proefpersonen benaderd om tijdens een dyslexieonderzoek net te doen alsof ze dyslexie hebben. De proefpersonen waren vrij in de manier waarop ze zich op het onderzoek gingen voorbereiden.
Om hen extra te stimuleren en motiveren werden cadeaubonnen beschikbaar gesteld voor de vijf personen die zich het beste konden voordoen als iemand met dyslexie.
Lees in het artikel van de Universiteit of het nu echt zo gemakkelijk is om te doen alsof je dyslexie hebt en vervolgens op basis daarvan een dyslexieverklaring te verkrijgen.
Net doen alsof je dyslexie hebt? Zo makkelijk is dat niet
Wil je een dyslexieverklaring? Die kun je heel gemakkelijk krijgen door dyslexie te veinzen. Althans, dat suggereerde tv-programma Rambam vorig jaar. In de praktijk is het echter erg lastig om te faken, zo blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam.
Met een dyslexieverklaring op zak krijg je meer tijd voor tentamens en worden spelfouten je minder aangerekend – dat kan studenten die geen dyslexie hebben, aanzienlijk voordeel opleveren. Dat maakt het aantrekkelijk om op oneigenlijke wijze aan een dyslexieverklaring te komen. De Rambam-uitzending was voor de onderzoekers een mooie aanleiding voor een studie: hoe gemakkelijk is het om dyslexie te veinzen?
Dyslexie simuleren
De onderzoekers, universitair docenten Madelon van den Boer en Elise de Bree en hoogleraar Orthopedagogiek Peter de Jong, vroegen 28 studenten om dyslexie te simuleren. Vervolgens vergeleken de wetenschappers hun scores met die van 16 studenten die echt dyslexie hebben én met een controlegroep van studenten zonder dyslexie. De complete groep studenten deed 9 verschillende tests, zoals in één minuut een rij steeds complexere woorden hardop lezen, in twee minuten een reeks pseudowoorden hardop lezen, een reeks letters herhalen, spellen et cetera.
Overdreven lage scores van de simulanten
De Jong grinnikt: ‘Onze student-assistenten die de tests afnamen, wisten niets over het onderzoek. Zij zeiden tegen ons, oprecht verbaasd: “Wat is het spel- en leesniveau van veel studenten toch laag”.’ De studenten die net deden alsof ze dyslexie hadden, scoorden stelselmatig overdreven laag op bijvoorbeeld de lees- en spellingtests. Daarnaast noteerden ze lage scores op tests waarop dyslectici normaal helemaal niet zo veel lager scoren dan “gewone lezers”. ‘Alleen al door te kijken naar het scorepatroon konden we zo al 86 procent van de simulanten ontmaskeren. Iemand die zich beroepsmatig met de diagnostiek van dyslexie onderzoek bezighoudt, moet die overige 14 procent er ook gemakkelijk uit kunnen pikken.’
Pedagogen zijn dienstbaar
Blijft natuurlijk de vraag of dyslexieverklaringen zo makkelijk worden uitgegeven en zo ja, hoe dat dan komt. Universitair docent Pedagogiek Elise de Bree: ‘Gedeeltelijk heeft dat te maken met de beroepsgroep – orthopedagogen zijn dienstbaar, ze willen mensen graag helpen. Ze zijn er niet op bedacht dat hun cliënten wel eens zouden kunnen sjoemelen.’ De Jong vult aan: ‘Daar komt natuurlijk bij dat zich nog steeds beunhazen op de markt begeven. Gelukkig wordt de kwaliteit van bureaus die dyslexieverklaringen uitgeven steeds beter gecontroleerd en is er vanuit het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie een nieuw keurmerk gelanceerd. We moeten natuurlijk toe naar de situatie dat scholen en universiteiten alleen verklaringen accepteren van een erkend bureau.’
Probleem niet groter maken dan het is
Overigens moeten we het probleem ook niet groter maken dan het is, vindt De Jong: ‘Verreweg de meeste dyslexieverklaringen worden afgegeven op de basisschool.’ De Bree vult aan: ‘En daar is altijd sprake van een heel intensief traject waarbij de ouders en de leerkracht betrokken zijn. De kans dat kinderen “valsspelen” is eigenlijk uitgesloten. Bovendien heeft een kind van die leeftijd geen voordeel van de diagnose – het is juist helemaal niet prettig om het label dyslexie opgeplakt te krijgen.’
Bron: Universiteit van Amsterdam