Spelling oefenen

Spelling oefenen

Geplaatst op 8 mei 2020

Spelenderwijs spelling oefenen in de meivakantie

Nóg heel even meivakantie! Om de spellingsregels er een beetje in te houden, is het voor zorgleerlingen belangrijk om in de vakantie tóch wat te blijven oefenen met de spellingregels. Dit hoeft natuurlijk niet zoals tijdens schoolweken, maar kan op een leuke, laagdrempelige manier (en wie weet hebben ze niet eens door dat ze aan het oefenen zijn). De volgende tips laten je zien op welke manieren dit kan:

  • Om bijvoorbeeld de weetwoorden (ei of au) te herhalen, kan je het kind het woord laten uitbeelden of voorwerpen laten zoeken in huis en die volgens laten zien. Op die manier zijn kinderen heel bewust met de woorden bezig. Nadat over het uitbeelden nagedacht is door het kind of de voorwerpen verzameld zijn, krijgt de ander 3 minuten de tijd om zoveel mogelijk woorden te raden. Daarna kun je de rollen omdraaien. Leuk met woorden zoals ei, klein, zei, meid, klei of au, gauw, nauw, saus, blauw. Eens kijken wie er bij deze challenge wint!
  • Een andere challenge is om de timer op 2 minuten te zetten. De één moet nu zoveel mogelijk woorden bedenken die met een f beginnen. Daarna mag de ander. Wie heeft er gewonnen? Dit kan natuurlijk ook met woorden die met een v beginnen, een s of een z.
  • Bij het emmerspel heb je 3 emmers nodig. Eén emmer voor woorden met 2 klankvoeten (zoals bo-men), één emmer voor woorden met 3 klankvoeten (zoals bo-ter-ham) en één emmer voor woorden met 4 klankvoeten (zoals re-gen-bo-gen). Om de beurt noem je een woord waarna de ander het woord in klankvoeten moet splitsen en een bal in de juiste emmer mag gooien. Je kunt punten op de emmers zetten. Wie verzamelt de meeste punten?
  • Foto’s maken! Kies als eerste een spellingregel die je wilt oefenen. Kies bijvoorbeeld de verlengingsregel –p/-b. Bij deze regel kun je foto’s maken van een lamp, trap, heup of spinnenweb. Of de –ch of –g aan het eind van een woord. Zo krijg je foto’s van een heg, mug, rug, zaag, joch, lach of kuch.