Zorgniveau 2 en 3
ZORGNIVEAU 2:
Intensivering van het onderwijsaanbod. Extra zorg in de groepssituatie door de leerkracht of onderwijsassistent onder supervisie van de leerkracht (zwakste 25% van de leerlingen na meetmoment 1).
Zorgniveau 2 is een vorm van begeleiding waarbij extra instructie en begeleide inoefening centraal staan. Dit betekent:
- Meer instructie, meer leertijd en meer oefentijd. Hierbij wordt uitgegaan van drie keer per week extra instructie- en oefentijd gedurende 15-20 minuten (in totaal 45-60 minuten);
- Aangepaste instructie in kleinere stappen, extra feedback en gelegenheid tot extra verwerking;
- Gebruik maken van aanvullende materialen uit de lees- en spellingmethode, eventueel materiaal uit andere methodes;
- De geboden hulp wordt beschreven in een groepsplan;
- Evaluatie na de beschreven periode van minimaal 10 tot 12 weken.
NB: Alleen herhaling van de instructie aan de instructietafel is niet voldoende!
Geschikte leesmethodes zorgniveau 2 (lijst is niet uitputtend)
De school voldoet aan zorgniveau 2 als zij gebruik maakt van onderstaande methodes conform de richtlijnen voor extra instructie en inoefening. Hierbij dient deze ondersteuning op een juiste wijze te worden gedocumenteerd in het groepsplan.
-Veilig leren lezen, Ster-aanpak
– Estafette, aanpak 1
– Lekker Lezen: Uitbreidingspakket M3-E4 of Bovenbouwpakket
– Timboektoe: aanpak risicolezers
– Leeslijn: de Leesweg (Niet meer leverbaar)
– Leeshuis
– Leesparade: extra instructie voor zwakkere lezers
– Strategisch Lezen en Spellen
– Flitsprogramma’s
Geschikte spellingmethodes zorgniveau 2 (lijst is niet uitputtend)
Of aan zorgniveau 2 wordt voldaan is afhankelijk van wijze van inzet van de methode.
– Taal Actief Spelling
– Spelling in beeld
– Taaljournaal (Spelling)
– Zin in Spelling
– Staal
– Spelling op Maat
– Strategisch Lezen en Spellen
ZORGNIVEAU 3:
Extra intensieve en systematische aanpak door het inzetten van een specifieke interventie. Leerkracht en leesspecialist stemmen inhoud en aanpak af. Leerlingen die tot de zwakste 10% behoren na meetmoment 2, krijgen begeleiding op zorgniveau 1, 2 en 3 (na hoofdmeting 2 moet dus zowel zorgniveau 2 als 3 geboden worden).
Ondersteuningsniveau 3 is:
- Specifieke interventie die afgestemd is op de hiaten in de ontwikkeling van de betreffende leerling(en), zoals vastgesteld op grond van een foutenanalyse;
- Intensieve en systematische toepassing van deze specifieke interventie;
- Uitbreiding van de lees- of spellingtijd met minimaal 3 x 20 minuten (of in ieder geval in totaal tenminste 60 minuten) per week;
- Geboden door een gekwalificeerde professional;
- Bij voorkeur individueel om goed aan te kunnen sluiten bij de ontwikkeling van de leerling, óf in kleine groepjes (max. 4 leerlingen) met leerlingen met vergelijkbare hiaten in de ontwikkeling en vergelijkbare onderwijsbehoeften;
- Werken met effectieve remediërende methodes;
- De geboden hulp wordt beschreven in een handelings- of groepsplan;
- Ze wordt na minimaal 10 en maximaal 12 weken geëvalueerd. Deze evaluatie/meting laat zien of de extra begeleiding effect heeft gehad en kan leiden tot aanpassing van de begeleiding.
Aandachtspunt betreffende de meetmomenten:
Zoals vermeld wordt na meetmoment 2 zo nodig gestart met intensieve begeleiding. Een periode van minimaal 2 x 10 tot 12 weken is hierbij ideaal, waarbij na de eerste 10 tot 12 weken een tussenmeting volgt. Hiertoe wordt geadviseerd om het meetmoment einde schooljaar zo laat mogelijk en midden schooljaar zo vroeg mogelijk af te nemen.
Geschikte remediërende leesmethodes (lijst is niet uitputtend)
– Speciale Leesbegeleiding (L. Koning)
– DMT Oefenmap (L. Koning)
– Leesbalans
– Leesladder (niet meer leverbaar),
– Veilig stap voor stap
– Estafette, uitgebreide leestijd 4x 15 min p/w met Vloeiend en Vlot
– Leesinterventieprogramma de Zuid-Vallei
– RALFI-lezen
– Connect Woordherkenning en Connect Vloeiend Lezen
– Toch nog leren lezen
– Drie Sterren Lezen (HCO)
– RADslag
– Bouw!
Geschikte remediërende spellingmethodes (lijst is niet uitputtend)
– Spelling in de lift
– Speciale Spelling begeleiding (Malmberg)
– Taal in Blokjes
– Hulpboeken Spelling (Cito)
– Zo leer je kinderen lezen en spellen (J. Schraven)
– Begeleiding van kinderen met spellingproblemen (Meulenhoff)
– Zelfstandig Spellen (Bekadidact)
– Zuid-Vallei Spelling
– PI-Spello
Wie mag de begeleiding geven op ondersteuningsniveau 3?
- Leesspecialist (bevoegd leerkracht met aanvullende opleiding: o.a. master SEN, basiscursus leesspecialist CED-Groep, leergang leescoach en leesspecialist CPS)
- Remedial Teacher
- Intern Begeleider
- Leerkracht, in samenspraak met één van bovengenoemde leesspecialisten of een orthopedagoog of psycholoog met als specialisatie leerproblemen. De leesspecialist, orthopedagoog of psycholoog dient dan ten minste betrokken te zijn bij het opstellen van het handelingsplan en bij de evaluatie.
- Onderwijsassistent, mits de inhoud en wijze van aanbieden van de begeleiding nauwkeurig beschreven is en een specialist (leesspecialist, remedial teacher, intern begeleider, orthopedagoog of psycholoog) betrokken is bij het opstellen van het handelingsplan en het volgen van de ontwikkeling gedurende de interventie.
- Wanneer de school moeite heeft ondersteuningsniveau 3 op een juiste manier in te richten, kan dit ingevuld worden door een externe partij, bijvoorbeeld een RT’er of een logopedist met specialisatie dyslexie. Dit wordt bekostigd door de basisschool en niet door ouders. De begeleiding valt onder de verantwoordelijkheid van de basisschool.
NB: De begeleiding mag niet worden gegeven door een leesouder, een oudere leerling of leesmaatje. Een uitzondering hierop is het programma Bouw! Daarvoor geldt dat op grond van onderzoek is aangetoond dat het wel mogelijk is dat ouders en oudere leerlingen worden ingezet als tutor, mits de leesspecialist samen met de leerkracht de ontwikkeling goed volgt. De leesspecialist of leerkracht neemt de tussentijdse toetsen af en blijft verantwoordelijk voor de inrichting van de begeleiding.
Normatieve richtlijnen voor een handelingsplan:
- De beginsituatie is aangegeven (nulmeting)
o Welke toets is afgenomen en wat was het resultaat (score, niveau)?
o Waar laat de leerling uitval zien? (foutenanalyse, mag ook los beschikbaar zijn).
- Er zijn SMART-O-doelen opgesteld voor deze individuele leerling
o De doelen zijn specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdsgebonden, onderwijsbaar.
o Wat wil je verbeteren? (bijv. uitbreiden letterkennis, fonologische vaardigheden, verbeteren leesaccuratesse, verhogen leestempo, beheersen regel open en gesloten lettergreep).
o Er wordt aangegeven wanneer er met welke toets(en) wordt geëvalueerd.
- Er is beschreven hoe de hulp wordt georganiseerd
o Wie geeft de begeleiding? (leerkracht, IB, RT, leesspecialist, onderwijsassistent onder begeleiding van leerkracht, IB, RT of leesspecialist)
o Op welke momenten en hoe lang?
o In welke periode/aantal weken wordt de hulp geboden?
o Hoe groot is de groep leerlingen die tegelijkertijd begeleiding krijgt?
o In welke ruimte? (In of buiten de klas? Op de gang, in RT-ruimte etc.)
- Hoe wil je het doel bereiken? Welke materialen en methodes worden op welke manier gebruikt?
- Evaluatie
o Welke toets is afgenomen?
o Wat is het resultaat?
o Zijn de doelen bereikt?
o Vervolg?
NB: Bij het beschrijven van de geboden hulp gaat het er nadrukkelijk om dat de gemaakte, inhoudelijk keuzes navolgbaar worden verantwoord. De relatie van de werkzame componenten met de onderwijsbehoeften van de leerling staat centraal.
- Indien de geboden hulp wordt beschreven in een groepsplan dient de specifieke afstemming op de leerling in kwestie expliciet te worden beschreven en dienen de namen van andere leerlingen geanonimiseerd te worden.